VG55 - Lichte voertuigen - CBL-VG-DTDC-Y0

Als u dit nog niet hebt gedaan, activeert u het apparaat in de Samsara-dashboard op een van de volgende manieren:

Lokaliseer met uitgeschakelde motor de poort voor diagnostiek van het voertuig en verwijder deze van de oorspronkelijke montagelocatie in het voertuig.

Meestal bevindt de poort zich op of in de buurt van het schoppaneel aan de bestuurderskant.

Bevestig de reserveconnectorkern voor diagnostiek aan de juiste montagebeugel. Raadpleeg de vorige tabel om de juiste beugel voor uw voertuig te bepalen.

1. Voor beugels 1-2 en 4-8 schuift u de connectorkern vanaf de achterkant in de montagebeugel zoals afgebeeld.

2. Bevestig vervolgens de montagebeugel op zijn plaats met de bijgeleverde metalen clips. Metalen clips klikken vast als ze correct zijn geïnstalleerd.

3. Voor beugel 3 schuift u de connectorkern vanaf de voorkant in de montagebeugel zoals afgebeeld. De zijlipjes van de beugel klikken stevig op de connector als deze correct is geïnstalleerd.

Sluit de Samsara-kabel aan op de losgekoppelde poort voor diagnostiek aan boord (OBD) nadat deze van het voertuigpaneel is verwijderd.

De diagnostiek van het voertuig blijft toegankelijk via de extra poort op de Samsara-kabel.

Nadat het apparaat is geactiveerd, begint u met de installatie op het voertuig.

Lokaliseer met uitgeschakelde motor de tachograaf en verwijder deze met behulp van de verwijderingspennen.

Ontkoppel de connectoren C (rood) en D (bruin) van de achterkant van de tachograaf (indien van toepassing).

Sluit de Samsara-kabel aan op de C- en D-posities van de tachograaf. Sluit de C- en D-connectors van het voertuig aan op de doorvoerbus van de Samsara-kabel.

Als het voertuig geen kabelverbinding heeft met de (rode) C-doorvoerconnector van de Samsara-kabel, laat de reeds geïnstalleerde CAN-afsluitdop dan zitten.

Als het voertuig wel een kabelverbinding heeft met de (rode) C-doorvoerconnector van de Samsara-kabel, dan wordt de meegeleverde afsluitdop niet gebruikt en kunt u die op verantwoorde wijze weggooien.

Steek de 16-polige connector voor diagnostiek/voeding in de VG. De connector klikt in positie.

Schakel uw voertuig in en controleer of het VG-lampje groen wordt. Dit kan 1 tot 3 minuten duren.

Als het indicatielampje oranje wordt, zorg dan dat u de VG installeert in een gebied met een goede mobiele ontvangst.

Als het indicatielampje blauw wordt, zet dan uw auto uit en weer aan voordat u doorgaat met de volgende stap.

Als u de Samsara Fleet app gebruikt om de VG in te stellen, kunt u terugkeren naar de app om de installatie te controleren nadat het indicatielampje groen wordt.

1. Zorg dat het voertuig ingeschakeld is en wacht tot alle check-ins in de app geslaagd zijn.

2. Voeg in de app voertuiggegevens toe, zoals het nummer van de kentekenplaat.

Sluit de kabelconnectors voor eventuele accessoires aan (USB of 8-pins AUX-apparaten).

Open de poorten voor accessoires van het apparaat door de afdekplaatjes van de poorten te verwijderen en weg te gooien.

Bevestig de aangesloten VG in een veilige positie.

Maak de basis voedingskabel en de kabels van eventuele accessoire-apparaten vast met de meegeleverde kabelbinders in de kabelzak.

Bevestig de niet-aangesloten poort op de oorspronkelijke poortlocatie in het voertuig.

Controleer of de VG en alle kabels vrij zijn van de pedalen, stuurstangen en andere bewegende delen van het voertuig.

Plaats de tachograaf terug op de oorspronkelijke locatie.

Als u problemen ondervindt tijdens de installatie, bezoek dan het Samsara Helpcentrum om oplossingen voor de meeste problemen te vinden.